Suburbs: de schaduw van Stockholm   

  

Netflix-serie Snabba Cash ['Snel geld'] speelt zich grotendeels af rondom Tunnelbanastation Kista, 17 kilometer van T-Centralen. Drugshandel en bendegeweld zijn de rode draad in de serie. Het is een spiegel voor de gekoesterde Zweedse welvaartsstaat, waar kansen zouden zijn voor iedereen. De buitenwijken van Stockholm, Göteborg en Malmö zijn berucht en kennen buitengewoon veel moorden, bijna allemaal door drugsgerelateerd bendegeweld.

Hoe kwam het zo?

In de periode 1964-1974 zijn er een miljoen huizen gebouwd in Zweden (Miljonprogrammet) om groei van de bevolking op te vangen en oude woningen te vervangen. Dit leidde tot suburbanisatie: langs de rode- en blauwe metrolijnen werden systematisch stempelwijken uit de grond getrokken. Centraal in de wijk een metrostation (Tunnelbana) met winkelcentrum en voorzieningen als tandarts, huisarts en fysiotherapeut. Daaromheen middelhoogbouw van 5 à 12 lagen in een soort van plattenbau, welke in Oost-Europa niet zou misstaan. Gemiddeld wonen er 15-20.000 inwoners in een wijk. 

 

Kwetsbare wijken als Tensta, Hallunda en Fittja zijn ogenschijnlijk doorsnee wijken: schone straten, nette winkels, goed onderhouden, veel groen en binnen 20 à 30 minuten ben je op Stockholm Centralstation. Ogenschijnlijk niets aan de hand. Maar de schone schijn bedriegt. Achter de prachtige gevels in groene parken gaat een diepe armoede schuil met hoge werkloosheid en concentratie van migranten gemeenschappen die nauwelijks toegang hebben tot de Zweedse samenleving. De politie heeft een methodiek ontwikkeld om de mate van kwetsbaarheid te duiden, de Utsatt område. Er zijn drie categorieën wijken: kwetsbaar (geel), risicogebied (oranje) en heel kwetsbaar (rood). Tensta, Hallunda en Fittja wijken scoren allemaal rood. 

 

Waar ging het mis?

Acteur Peter Haber die de rol speelt van Martin Beck in de politieserie BECK verzucht na de zoveelste moord op zijn balkon: "Toen ik opgroeide, leek er plek voor iedereen te zijn in deze stad. Nu weet ik dat niet meer zo zeker. Het lijkt of de afstand tussen mensen steeds groter wordt". 

 

De Zweedse façade van een gezellige Fika met vrienden, romantische fjorden met rode huisjes en de vrolijkheid van IKEA verbloemt een diep sociaal-economisch probleem. Uitgesloten groepen die niet meedoen aan de samenleving. Het staatsindividualisme heeft geleid tot een afgezonderde en verloren generatie. Groepen die letterlijk op afstand staan van de Zweedse samenleving. Metrolijnen met kansarme wijken, op 20 kilometer van de binnenstad. Deze Zweedse burgers komen naar de binnenstad van Stockholm om te werken in winkels, WC’s en borden schoon te maken en afval op te halen. In de avond verlaten zij de lommerrijke binnenstad en gaan ze terug naar monotone buitenwijken. Resultaat: parallelle samenlevingen, waar ooit vanuit het verheffingsideaal werd gedacht: "deze groepen ontwikkelen zich door ons beleid wel naar het Zweeds gemiddelde". 


Tills alla dör (Totdat iedereen sterft)

Nee dus. En jongeren zijn het zat. Zij het zat om etnisch gediscrimineerd te worden, geen goede kans op een baan te hebben en te wonen in een kleine flat. Rechtse politici noemen deze wijken jihadwijken, rovernesten en no-go zones. Zo wordt de negatieve spiraal versterkt. In de bestseller ‘Tills alla dör’ (Totdat iedereen sterft) beschrijft journalist Diamant Salihu een verloren generatie jonge mannen en het verraad van de samenleving. En de uitweg? Die is moeizaam: Zweden heeft weinig ervaring met dergelijke problemen. Ze heeft geen koloniaal verleden en is niet getroffen door de Tweede Wereldoorlog. Politie treedt hard op, maar beseft dat dit niet de route is om het probleem op te lossen. 

 

Hoe kan de schaduw verdwijnen in de suburbs van Stockholm? Jonas Hassen Khemiri beschrijft indringend in zijn boek 'Ik bel mijn broers, een monoloog' hoe hoofdpersoon Amor onzichtbaar is geworden, een schaduw van zijn eigen suburbane leven. Immers, de blanke Zweed ziet hem als immigrant (al is hij geboren in Stockholm) die niet thuishoort in het land. ".. en het duurde niet lang of hij was opgeslokt door de stad, hij was verdwenen, hij sloop als een verborgen schaduw rond tussen de schaduwen, hij was asfalt, fietspaden en stoepranden, en hij was niet meer te redden.."  


Tills alla lever (Totdat iedereen leeft)

In de winter zijn de Zweedse dagen kort en de schaduwen lang, in de zomer zijn de dagen lang en de schaduwen kort. Het is nu winter in Zweedse buitenwijken. Het is aan de politiek om aan een goed integratiebeleid te gaan werken en aan de migrantengemeenschappen de bereidheid om jongeren te stimuleren te integreren in de samenleving. Aan de politie om een andere tactiek te gaan ontwikkelen.


In de zomer van 2023 is de politie van Stockholm in Den Haag geweest om te leren van de wijkaanpak in Schilderswijk en Transvaal. Ook is een andere stedenbouw is nodig: bouw van meer gevarieerde woon- en werkwijken. En het allerbelangrijkste: de Zweden mogen de migranten een warm welkom gaan heten. Vanuit het hart de verraden generatie jongeren een serieuze toekomst geven in hun eigen land. Tills alla lever (Totdat iedereen leeft)!